Maurits van der Heijde reed recent de Marmotte. Vijfentwintig jaar geleden stond hij ook aan de start. Een mooi verslag van zijn ervaringen.
Rond vier uur in de ochtend word ik wakker van ratelende freewheels die langs de tent komen. Ook is er altijd het door mij onbegrepen bijbehorende gepraat. Heb je dan niet door dat de camping nog slaapt? Wat valt er elkaar te vertellen, zo vroeg? En de start is pas om half zeven voor de eersten. Als ik half zes de tent uitkom, slaat de onzekerheid toe. Moet ik ook al zo actief zijn? Eerst koffie! De start is hier 1 minuut fietsen vandaan. Wat een beweging!

Ruim na zessen vertrek ik naar de start en de eerste groep heeft beslag gelegd op het centrum van Bourg dÓissans. Ik schiet een steegje in en sta tot mijn verassing zomaar vooraan van de tweede startgroep! Mijn koppositie duurde slechts tot aan het stuwmeer van col du Glandon. Daarna begon het grote ingehaald worden. Ik ben geen klimmer en het was al warm. Het zou heet worden. Echt heet. Heet zei ik. Het was toch echt anders dan ruim 25 jaar geleden, toen ik voor het laatst meedeed. Toen 1000 deelnemers, nu 7000. Naturalisaties. De hele afdaling van de Glandon bijvoorbeeld was een “no-time zone”. Toch zag ik een paar ernstige valpartijen. Dat zag er niet best uit. Tranen in mijn ogen kreeg ik ervan. De hitte was als een warme deken op weg naar de Telegraph. Ik wist: hier niet alleen fietsen!! Tussen de wielen probeerde ik aan de hete föhn te ontsnappen. De Galibier is altijd prachtig en de hoogte zorgde wel voor wat verkoeling. Dan ruim 40 km naar beneden, de temperatuur neemt snel toe en de tunnels zijn met zonnebril best donker. Later hoor ik over nare valpartijen in en na de tunnels. Na vier bochten, nog 17 te gaan, ontplof ik door de hitte. Ik moet gewoon even afkoelen. Als het zwart voor mijn ogen weer ruimte maakt voor het uitzicht op Alpe d’Huez, pak ik de fiets weer. Het gaat steeds beter, er zijn sproeiers en warempel NOG een drinkpost. Ik duik niet, zoals veel anderen, in de watervalletjes langs de weg. Gestaag fiets ik omhoog en haal veel “cycling dead” in. Na ruim 10 uur kom ik over de finish. Had ik sneller gekund? Maar het was goed zo. Op weg naar beneden realiseer ik mij dat het er nog heel veel zijn en sommigen zijn er slecht aan toe. Als zombies staan groepjes in de schaduw en op elk stenen muurtje zit wel iemand. Sommige staren in de diepte naar het crankstel. Volgend jaar weer dus!